Be like water my friend.
Omdat het verhaal over mijn eigen financiële trauma’s zoveel losmaakte en omdat er enorm veel troost te vinden is in het helpen van anderen, noteer ik hier alles wat ik ondertussen al weet over hoe het werkt en wat je kan doen. Misschien kan voor het jou, of voor een geliefde écht het verschil maken.
Als je interesse hebt in de problematiek, of je wil de complexiteit ervan in actie zien, dan is de Nederlandse serie “Schuldig”, te bekijken op NPO.nl een enorme aanrader. Let daarbij vooral op hoe mensen handelen, wat ze doen (en vooral: wat ze niet doen). Het rare - maar wellicht typerende - daarbij is dat ik er van overtuigd ben dat er verschillende scenes zijn waar een andere aanpak veel meer effect had gehad. Maar, fair warning, ik heb me er op sommige stukken door moeten huilen.
Deze post heeft drie delen: De probleemomschrijving, de handleiding (eerste hulp bij financiële trauma’s) en een nabeschouwing met een persoonlijke update.
De probleemomschrijving, incl misvattingen.
Vooreerst, waar gaat het eigenlijk over? De meest bruikbare definitie van een trauma is deze: “Een ondraaglijk gevoel dat je alleen moet dragen.”
En ja, dat kan dus vanalles zijn. Doorgaans gaat het over diepe angstervaringen, die je alleen beleefd hebt. Gebeten worden door een loslopende hond, zonder dat je hulp krijgt. Een grote spin tegenkomen als kind wanneer je alleen thuis bent. Eenzaam geweld ondergaan.
Eens het van angst en (diepe) onzekerheid naar trauma overgaat, komen er allerlei problematieken bij. Doorgaans is dat vooral vermijdend gedrag.
Maar ook een rekening in je bus krijgen die je totaal niet kan betalen hoort hierbij. Voor veel mensen is dit wellicht moeilijk voor te stellen, dat je (diep) getraumatiseerd kan worden door een onverwachte rekening of een brief van een deurwaarder. En toch is dit de realiteit en gebeurt het quasi elke dag. Straffer, er bestaat zelfs een hele industrie rond!
De reden waarom zulke rekeningen (“schuld”) voor veel mensen geen trauma vormen is tweeledig. Langs de éne kant hebben ze financiële reserves, waardoor de impact veel en veel minder is. Daarnaast staan ze er vaak niet alleen voor. Ze kunnen het probleemloos bespreken met hun partner, met hun ouders, etc. Met een beetje geluk zorgt die omgeving onmiddellijk voor een vorm van veiligheid, waardoor de angst zich niet omzet in een trauma.
De meeste mensen kunnen zich echter wél voorstellen hoe je getraumatiseerd kan worden door een hondenbeet en daar een stevige angststoornis aan kan overhouden. Dat helpt ons om een aantal mythes uit de wereld te helpen.
Zo is er het hardnekkige fenomeen van “blaming the victim”. Het is alsof mensen ervoor zouden kiezen om door een hond gebeten te worden. Terwijl het vrijwel altijd een samenloop van omstandigheden was die naar het trauma heeft geleid. Als je geen reserves hebt, is een relatief klein probleem al snel onoverkomelijk. En, waar je als kind wel gewaarschuwd worden voor honden, zegt niemand echt duidelijk hoe gevaarlijk de schuldindustrie eigenlijk is voor je psyche. “Het is maar een brief.” (“Het is maar een kleine wonde.”)
Ook het vermijdende gedrag dat zich ontwikkelt is niet iets waar je je zo maar eventje over kan zetten. Het is alsof je iemand die bang is geworden voor honden zomaar richting een hond kan duwen. Vrijwel iedereen begrijpt dat dat een slecht idee is.
Nochtans is het - bizar genoeg - bij financiële trauma’s iets dat je wél vaak ziet en hoort. “Betaal het gewoon.” “Schrijf je uitgaven gewoon eens op.” “Pak het gewoon even aan.” Etc. Het is, in sommige gevallen, alsof je iemand met een hondenfobie vraagt om “gewoon” even door een hondenweide te lopen. Dat zie je ook in de serie “Schuldig”, hoe iemand gevraagd wordt om zelf een kasboek bij te houden. Uiteraard lukt dat niet! (Wat een idee ook.)
Het lijkt een catch-22, want het is duidelijk dat de boel laten doorlopen ook geen optie is. Als iemand niet meer op de stoep durft te lopen, om toch maar geen honden te hoeven tegenkomen, dan spreken we over “disfunctie”. Je functioneert eigenlijk letterlijk niet meer in het leven en - uiteraard - willen we dat veranderen.
Wanneer je iemand ziet die letterlijk niet meer in staat is om brieven te openen, die maanden aan een stuk niet durft te kijken naar de eigen financiële situatie, etc, dan heb je te maken met totale disfunctie. De kans is dan erg groot dat er sprake is van een financieel trauma.
Neem dit ernstig. Dit type situatie, waarbij iemand echt kreupel is geslagen, is echt niet iets dat met een beetje wilskracht en een flinke duw recht te krijgen is.
Dit is wat je in de plaats kan vragen: “Ik zie dat je het heel moeilijk hebt met administratie. Is dit al lang zo? Heb je al eens zware financiële problemen meegemaakt?”
Laat mensen rustig hun verhaal doen, panikeer niet en blijf er vooral even emotioneel met je aandacht bij.
Zeg niet meteen
“Allez, kom, we gaan dit gewoon aanpakken.”
Maar zeg eerst
“Je bent hier niet alleen in. Dit is al veel mensen overkomen. En ik ben bij je.”
Weet ook dat financiële trauma’s zichzelf doorgaans blijven versterken: Vermijdend gedrag zorgt voor onbetaalde rekeningen, die zorgen dan weer voor boetes, die zorgen voor nog meer financiële onzekerheid, etc. Dat zie je ook heel duidelijk in die “Schuldig”, hoe mensen door het systeem steeds harder in de puree geduwd worden. De vereiste inspanningen worden steeds groter, alsof men blaffende honden begint aan te slepen in de verwachting dat je dan leert om niet meer bang te zijn. Heel vaak komen er ook secundaire problemen bij, net zoals bij alle angststoornissen trouwens: verslavingen, depressies, etc.
Bovendien zorgt al die cognitieve stress voor iets wat je best kan omschrijven als “tijdsroof”. Door de effecten van vermijdingsgedrag, maar ook door het eenvoudige feit dat je meetbaar dommer wordt van financiële stress, verlies je enorm veel (productieve) tijd. Dat kan zich overal uiten, op het werk, thuis (rommelige huishoudens), etc. Het ziet er extern erg uit als luiheid, maar het is eerder alsof er iemand verschrikkelijk veel zand in je radarwerken heeft gestrooid. Vermijdend gedrag is immers niet erg georganiseerd, het doet maar wat. Je mist afspraken, maakt dubbele boekingen, raakt maar niet opgeruimd, enzovoort, gewoon omdat je zoveel cognitieve energie aan het besteden bent om ergens anders niet aan te denken.
Je hoeft wellicht niet zo heel lang na te denken om “zo’n mensen” in je familie- en vriendenkring te identificeren. Nochtans praten we er als maatschappij eigenlijk niet of nauwelijks over. Maar jullie weten misschien al wel, lieve vrienden, dat ik geen enkel respect heb voor taboes. Het zijn, in de meeste gevallen, immers gewoon uitingen van een soort collectieve angststoornis. Hoe langer we ze tolereren, hoe meer slachtoffers taboes kunnen maken.
Het is ook niet zo dat mensen die in zulke shit zitten een gebrek hebben aan verantwoordelijkheidsgevoel. Dat is echt een hardnekkige maatschappelijke mythe. Je ziet het ook voortdurend in die serie “Schuldig”, hoe die mensen voorovergebogen lopen van het schuldgevoel, maar tegelijk is er de indruk vanuit zowel het hulpnetwerk (soms) als de schuldenindustrie (vaak) dat het wél door een soort achteloosheid komt.
In tegendeel, dat verantwoordelijkheidsgevoel is doorgaans zo verpletterend, dat de persoon in kwestie niet eens hulp durft te vragen. Het is alsof we onszelf wel degelijk de schuld geven van al die hondenbeten. Het overkomt anderen immers blijkbaar niet, dus het zal wel aan onszelf liggen?
De opmerking die dan ook het allerdiepste snijdt is deze: “Waarom heb je dat niet gewoon gedaan? Waarom heb je die brief niet opengedaan/rekening betaald/etc?”
Het rare aan angststoornissen is dat je die heel bewust kan zien. Je wéét perfect dat het aan het gebeuren is. Je weet misschien zelfs waar het vandaan komt. Je wil het anders, je wil niets liever. En toch, en toch, krijg je jezelf met geen stok in beweging. Zo’n opmerkingen, hoe goed bedoeld ook, zorgen daardoor steevast voor paniek. Je zal merken dat ze heel emotionele reacties losmaken en je riskeert erdoor iemand voluit in nog extremer vermijdingsgedrag te duwen.
Een tweede opmerking die je eigenlijk best vermijdt is deze: “Laten we het gewoon NU aanpakken.” Het misverstand daarbij is dat de problematiek ontstaat omdat al die financiële shit gewoon niet als “accuut” wordt ervaren. Maar eigenlijk is vaak het omgekeerde waar, het is eenvoudigweg ALTIJD aanwezig, het is altijd iets dat voelt alsof het “nu” moet opgelost worden. Maar, het bijhorende vermijdende gedrag is altijd nog sneller en nog krachtiger. Op die “nu” knop duwen, betekent doorgaans ook een paniekreactie opwekken, die nog meer vermijding veroorzaakt.
(Voor mensen die het “sona pona” verhaal volgen, dit is een perfect voorbeeld van een schending van de “tenpo” waarde.)
Als laatste hebben veel (hulpvaardige) mensen de neiging om de boel over te nemen. Ze openen enveloppes, regelen rekeningen en doen de administratieve opvolging als het al is misgelopen. Dat kan in extreme situaties misschien de beste oplossing zijn, maar zorgt er ook gewoon voor dat de structurele situatie blijft gedijen. Er ontstaat ook langzaam het gevoel dat je het gewoon niet kan, dat er iets mis met je is. Het hoeft niet gezegd dat dat geen goed parcours is en dat je daar eigenlijk stelselmatig mee achteruit sukkelt. En wat als je op een dag niet meer kan of wil helpen? Weet dat er een pak heel hoog opgeleide mensen rondlopen met dit soort problematiek. Het heeft - zeker in die gevallen - letterlijk niets te maken met cognitieve vaardigheden, maar alles met geïnternaliseerd trauma.
De handleiding.
Daarom een poging tot een (betere) handleiding. Zaken die een antwoord bieden aan de complexiteit hierboven én die (op persoonlijk vlak) al wat bewezen hebben.
De allerbelangrijkste regel/techniek is die van de fysieke nabijheid. Als je goed hebt opgelet, heb je al begrepen dat “alleen zijn” al het verschil kan maken tussen een louter lastige situatie en een traumatiserende ervaring. En het is echt letterlijk niet meer dan dat, de aanwezigheid van een niet-bedreigende maar veilig aanvoelende mens.
Dus, zorg dat je even tijd kan maken om er bij te zijn, wanneer iemand met dit soort taken aan de slag moet gaan. Vraag wat er moet gebeuren, of er een plan van aanpak is. Je kan gerust wat in gang helpen zetten, maar het belangrijkste is emotionele rust te brengen. Herhaal “het komt wel in orde” zo vaak als nodig, hou er beweging in. Eens vertrokken, maak gerust wat thee of koffie en zet je in de buurt met een boekje, de strijk of wat eigen administratief werk. Nogmaals, alleen al de warme fysieke aanwezigheid maakt het grootste verschil. Al de rest zijn extra’s. Uiteraard is het nog anders als je te maken hebt met dyscalculie en dergelijke, dan kan er meer rechtstreekse hulp nodig zijn.
Wat ik absoluut niet zou aanraden, is mensen zomaar “huiswerk” mee te geven als je ze nog nooit effectief hebt zien werken aan hun berg administratie. Het is wellicht beter tot mensen gewoon spontaan zeggen dat ze ook alleen thuis wat vooruitgang hebben gemaakt.
Buiten het negatieve effect van “er alleen voor staan”, kan je ook de “tijdsroof” min-of-meer kan wegnemen. Heel eenvoudig gezegd, kan je er (mee) voor zorgen dat die financiële stressactiviteiten “in hun hok” blijven qua tijdsinname.
De praktische aanpak is echter counter-intuïtief. Eigenlijk moet je de periode waarin mensen blootgesteld worden aan die financiële stress duidelijk aflijnen in de tijd. Het gemakkelijkste is eenvoudigweg een afspraak te maken: “Wanneer zullen we er samen eens naar kijken?” Want ook dat is iets dat je misschien niet meteen beseft als je naar “Schuldig” zit te kijken: Deze mensen missen hun afspraak om hulp te krijgen niet! Ze zijn wellicht kampioenen in uitstelgedrag, maar toch slagen ze er vrijwel moeiteloos in om op te dagen voor een hulpsessie!
Dat komt omdat op die manier een hele hoop onderliggende onzekerheid verminderd wordt. Je weet wanneer je er aan zal werken en - min of meer - hoe lang het zal duren. Helaas is de professionele hulpverlening op dat vlak vaak erg pijnlijk en verrassend inefficiënt georganiseerd. De tijd die men heeft voor een afspraak is immers vaak arbitrair kort (bijv een half uur), waardoor allerlei gezamenlijke activiteiten gewoon niet mogelijk zijn, hulpverleners toch de neiging hebben om huiswerk mee te geven en de zaak geen meter opschiet. Gevolg: Nog meer frustratie, nog lager zelfbeeld, etc.
Net hier kan je als vriend(in) of familie een cruciaal verschil maken. Niet alleen kan je een afspraak maken om dingen samen aan te pakken, je kan achteraf samen iets leuks doen, wat eten, etc. Niet alleen neem je daarmee enorme happen uit de tijdsroof, het wordt uiteindelijk misschien zelfs nog een fijne herinnering voor jullie beiden.
Voor mensen die zelf last hebben van een financieel trauma, misschien nog deze tip: Ik heb (voor mezelf) een persoonlijke “Handleiding bij uitstelgedrag” geschreven dat ik heel sporadisch richting een collega of vriend(in) durf te schuiven. Grosso modo staat er hetzelfde in als hierboven, maar in de “ik-vorm” geschreven. Het lijkt te helpen, vooral vanwege het bijhorende begrip en de gemoedsrust die er op lijkt te volgen, al is mijn ervaring tot nu toe erg anekdotisch.
(Nu ben ik aan het denken dat ik misschien een wekelijks “vervelende zaken” theekransje moet houden, ha!)
De nabeschouwing
Als je alles optelt, is de huidige maatschappelijke situatie behoorlijk ontnuchterend. Door de manier waarop we het financiële systeem hebben opgezet, breidt de schuldindustrie steeds verder uit. En dat is gewoon een geïndustrialiseerde traumafabriek die qua impact wellicht enkel te vergelijken is met oorlog. Net zoals oorlogen voor talloze getraumatiseerde soldaten zorgen, laten incassobureaus, kredietverstrekkers en veel overheidsadministratie een spoor van getraumatiseerde mensen achter zich. Zelfs bij een overheidsorganisatie zoals Water-link, zie je dat de drang om financieel te “optimaliseren” er eigenlijk gewoon voor zorgt dat het een traumafabriek wordt, naast een leverancier van drinkbaar water. Het is daardoor ook een bron van kansarmoede, gegarandeerd. Straffer nog, een paar jaar geleden moest men Water-link mits veel politieke druk van o.a. wijlen Dirk van Duppen doen ophouden met om de haverklap mensen hun water dicht te draaien. En het is niet de schuld van de mensen die op de klantendienst werken, ook zij worden immers vastgezet in een werksfeer en “regeltjes” die zonder meer slecht is voor ieders emotionele welzijn. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat het verloop van werknemers op die dienst echt schrikwekkend hoog is.
Omdat verschillende mensen onder jullie misschien erg gealarmeerd zijn geraakt door mijn (nog lopende) ervaring/aanvaring met Water-link, ook een update. Er is een plan, een backup plan, dan nog een backup, dan nog een backup en dan nog één. M’n tanden staan er dus volop in. Maar, eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat het ook een enorme cognitieve prijs heeft. Ik slaap onregelmatig, word wakker met stress, ben vaak vermoeid en laat daardoor sommige andere dingen maar wat liggen, etc. Ook dat maakt me kwaad, want Water-link en ook die incassobureau’s weten dat perfect en maken er dus zonder verpinken een “uitputtingsoorlog” van, omdat ze er van uitgaan dat vrijwel niemand zoiets volhoudt. Het enige antwoord daarop is minstens zo vermoeiend en pijnlijk voor hen te zijn en eenvoudigweg te stellen: Ik ga niet meer weg tot jullie een betere oplossing voorstellen. (Welkom in de hel van Nash!)
Maar veel belangrijker dan dat alles is te weten hoeveel effect jullie steun al heeft gehad. Daarvoor kan ik - echt waar - niet voldoende danken. En bij deze heb ik - hopelijk - ook anderen vooruit geholpen.