Geen bailout voor de fossiele industrie
Deze week kwam de Vlaamse regering vanuit VLAIO uit met een “roadmap studie” voor de chemie, staalindustrie en raffinaderijen. Geschreven door medewerkers van Deloitte, AMS, Climact en VUB. Het schetst een toekomstbeeld van hoe deze industrietakken de klimaatindustrie zouden gaan inzetten.
Maar laten we nu eindelijk eens de waarheid zeggen: Wat hier op papier staat is een “bailout” van de fossiele industrie. Dezelfde industrie die decennialang structureel gelogen heeft over klimaatverandering en plasticrecyclage. Dezelfde industrie die voortdurend tegen klimaat- en milieubeleid heeft gelobbyd op nagenoeg elk terrein.
Maar eerst even over het rapport zelf. Hoewel het geschreven zou zijn op basis van een bevraging van “stakeholders en experts”, blijkt dat men eigenlijk enkel met de industrie gepraat heeft. En dan weet je dat het flink van de sporen gaat lopen.
Op zich is het natuurlijk OK en misschien zelfs wenselijk dat de industrie zelf plannen schrijft. In Nederland bijvoorbeeld deden ze precies dat. Het resulteerde in het document “Klimaatindustrie door de Nederlandse industrie”, die ze proper zijn gaan afgeven aan de politiek. Hierbij vertrekt de Nederlandse industrie ook heel duidelijk vanuit het Klimaatakkoord en proberen ze die rekening te doen kloppen door hun aandeel in de vermindering van uitstoot waar te maken. (link onderaan)
Zo niet in Vlaanderen. Hier gebeurt het omgekeerde: Er wordt al meteen uitgegaan van nog niet gerealiseerde plannen zoals Project One van Ineos en een kleiner maar gelijkaardig project van Borealis. Vervolgens worden er allerlei quasi-magische oplossingen voorgesteld met biomassa, waterstof en CO2-opslag in de Noordzee. Aangezien dat nog niet genoeg is, wordt ook besloten dat de klimaatdoelstellingen “te ambitieus” zijn en past de industrie ze gewoon aan om bij hun plannetjes te passen. Vervolgens wordt dit hele boeltje voorgesteld alsof het een goed bestudeerd plan van de overheid zou zijn.
Je kan de chronologie natuurlijk perfect opzoeken. Eerst wordt Project One en het Borealis project besloten. Dan, na wellicht flink wat paniek achter de schermen toen men eens heeft uitgerekend wat dat met klimaatcijfers zou doen, bedacht men de (volledig hypothetische) CO2-pijpleiding naar de Noordzee. Vervolgens schreef men de roadmap. En, wellicht omdat men besefte dat er ook niet genoeg waterstof beschikbaar is voor dat plannetje, wordt er uit de losse pols nog een waterstoffabriek bij gefantaseerd.
Nu, voor alle duidelijkheid, al die magische technologieën zijn nog nooit op die schaal gebruikt. Voor biomassa bijvoorbeeld is er geen enkele aanwijzing dat er voldoende land beschikbaar is om al die biomassa te produceren. En, hoewel er op dit moment geen enkele infrastructuur voor klaarligt, zouden we in 2030 al 2,6 miljoen ton CO2 in de Noordzee moeten aan het pompen zijn, in 2050 al een wonderlijke 8,5 miljoen ton CO2 per jaar. Dit noemen we in de bedrijfswereld “zichzelf rijk rekenen”.
Soit. Ook dat kunnen we nog met de mantel der liefde bedekken. Eigenlijk schrijven ze gewoon uit waar de Nederlandse industrie ook op hoopt: een mirakel.
Maar waar we minder tolerant voor mogen zijn, zijn de cijfers uit hoofdstuk 1, zowel wat betreft de economische waarde als de emissies van deze drie sectoren. Daar spreekt men voortdurend over een “sterke industrie” en hoe goed ze hun best hebben gedaan. En dat wordt met allerlei cijfers ondersteund, die er op het eerste zicht allemaal wel goed tot indrukwekkend uitzien.
Alleen, en deze keer geen flauwe woorden, zit dit deel boordevol met leugens en verdraaiingen.
Het citaat in kwestie, zodat je je niet kan vergissen:
“In Vlaanderen hebben we een sterke staal-, chemie- en raffinagesector als basisindustrie. Met producten als o.a. ethyleen, propyleen, ammoniak, benzeen en staal leveren ze cruciale stoffen voor andere sectoren en de samenleving. Ze zijn ook van groot belang voor de creatie van welvaart in Vlaanderen. De industriële sectoren waarop deze studie inzoomt, vertegenwoordigden 9,1% van de Vlaamse bruto toegevoegde waarde in 2017. Hun absolute bruto toegevoegde waarde steeg van 18,6 miljard euro in 2005 tot 21,5 miljard euro in 2017, een stijging van bijna 16%. Chemie, raffinage en staal stelden samen 176.300 personen te werk in 2018. Dit was 6,2% van de totale tewerkstelling in Vlaanderen. Direct en indirecte tewerkstelling samen kwamen op 343.000 mensen, of 12% van de Vlaamse tewerkstelling.”
Je zou het op geen enkele manier uit deze tekst halen, maar als het over bruto toegevoegde waarde en tewerkstelling gaat, zijn dit NIET de cijfers van chemie, staalindustrie en raffinaderijen. Men heeft er losweg alle economische cijfers van voedselproductie, textiel, leer hout en papier bijgeteld! Daarmee hebben ze hun zogezegde tewerkstelling verdubbeld en is hun economische meerwaarde in een klap 34% hoger dan de werkelijkheid.
Maar het stopt daar niet. De tewerkstelling is tussen 2005 en 2018 immers achteruitgegaan in de chemie, staalindustrie en raffinaderijen. Met 16,4%!
Dat wordt gewoon niet vermeld. En qua omzet wordt 2018 er vakkundig afgelaten (omdat 2017 een beter jaar was), in de praktijk zijn deze sectoren (qua toegevoegde waarde) slechts een magere 1,1% per jaar gegroeid sinds 2005.
Voor de uitstoot van broeikasgassen heeft men dan weer vakkundig de jaren 2013-2015 weggelaten uit de tabellen, waaruit je meteen zou kunnen zien dat er sinds 2013 eigenlijk geen enkele vooruitgang is geboekt. Nee, de emissies van deze sectoren zijn zelfs systematisch beginnen stijgen sinds 2013. Wat wordt dat in dit PR document? “CO2-uitstoot industrie daalde al”.
Maar soit. Laten we ook dit hyper-cynische gegoochel met cijfers maar negeren, ook al zeggen de werkelijke cijfers ons dat dit allesbehalve een “sterke industrie” is. Integendeel, we zouden er ons elke dag zorgen over moeten maken.
En nog maffer is dat dit document dit jaar, in 2020, is geschreven. Waar het al bij al reeds een bijzonder kwetsbare industrieën waren, heeft de pandemie er waanzinnig hard ingehakt. Gunver heeft bijvoorbeeld haar raffinaderij gewoon gesloten en 175 van de 250 werknemers ontslagen. Het is nu enkel nog een “opslagfaciliteit”.
Dames en heren, dit is geen investeringsplan, dit is een bailout.
En je hoort ze al tot hier roepen. Tewerkstelling! En ja, natuurlijk kan of wil je dat niet allemaal van de één op andere dag sluiten. Als de boel in elkaar klapt zijn we nog veel verder van huis, net zoals bij de steenkoolmijnen is gebeurd.
Maar kunnen we alsjeblieft eens redelijk zijn en eisen stellen bij zo’n bailout? Zo zou je bijvoorbeeld perfect kunnen zeggen dat er voorwaarden zijn, zoals geen schaliegas, 100% circulaire kunststoffen en 0% verlies van plastics in de natuur. Zo kan je zorgen dat energie gaat naar elektrificatie en niet naar “synthfuels” waarmee je het probleem alleen maar uitsmeert. Etc, etc.
En mag de kostprijs eens in overweging genomen worden? Ook daar zijn de Nederlanders tenminste eerlijk over. De chemische sector schat de uitstootreductie dankzij CO2-opslag, biomassa, etc op 140 € / ton, plus de jaarlijkse "energiekosten". (Hoe ze dit cijfer berekenen en hoe optimistisch het is weet ik niet.) Weet daarbij wel dat we grosso modo 27,1 miljoen ton CO2 uitstoot weg te werken hebben... (Het antwoord is 3,8 miljard €, voor een sector die 4% van onze economie vertegenwoordigt.)
Een volwassen gesprek over een haalbare toekomst voor een zwalpende sector met andere woorden. Geen blinde bailout.