Slaande deuren.

Het kan een indruk zijn, maar deze tweede golf voelt harder aan dan de eerste. Waar er in maart nog veel onzekerheid in het spel was - gaan we voor elkaar zorgen of niet? - hoor je nu nog nauwelijks oproepen tot solidariteit. Het is vooral hard tegen hard.

Sommige mensen, die in augustus nog in het zand beten, kunnen nu terugschoppen. En ze doen het ook. Het lijkt er op dat de middengrond - twijfel - helemaal is weggespoeld. Een conflict op automatische piloot.

Dichter bij het hart hakt het er ook flink in. De week spoelde vol met boosheid en bitterheid, de lucht is zwanger van zout. En dan is er dat geluid. Het geluid van slaande deuren. Misschien weet je ook wel hoe dat klinkt? Zeker als het ook de soundtrack van jouw kindertijd is, weet dan dat we dat herkenbare gevoel delen. Dat moment waarop angst en droefheid omslaat in woede, in impulsieve afwijzing, in woorden die vallen als mokerslagen, in het momentum van een deur, hoe zwaarder, hoe beter. Geloof me, er is een markt voor loden deuren. Een concert van doffe bonken en uitstervend geschreeuw klinkt door de koekenstad, nauwelijks het luide ronken van fossiele ontploffingen overstemmend. Misschien is het daarom dat er zoveel verkeer en kasseien zijn? Zo kunnen we het gehuil tenminste niet horen.

Maar kan je geluk of zelfs rust vinden achter een dichtgeslagen deur? Of is het gewoon de plek waar de adrenaline plots stopt met werken en je jezelf in een miserabel bolletje plooit, zonder dat eender wat écht beter is geworden? De proefondervindelijke data ziet er niet goed uit. De battre mon cœur s'est arrêté.

Maar laten we mild zijn voor elkaar, lieve vrienden. In een harde wereld rest er vaak alleen nog schuilen. Maude Vanhauwaert herinnert er ons zo vaak aan als we willen: ‘Soms is het gewoon wachten, stormkop, tot de wind je vangt.’ Zo meteen ga ik nog eens kijken, het weer heeft er de perfecte grijsheid ervoor.

Het kind heeft even tijd nodig. Maar laat het daarin niet alleen en probeer het niet erger te maken. Dat is het nieuwe pact met mezelf, dat grote broer wel naar voren mag stappen, maar hij mag zelf niet teveel met deuren beginnen slaan, het geluid daarvan klinkt immers net zo hard. Een aartsmoeilijk evenwicht, losjes ingaand tegen enkele decennia van slechte gewoonten. Deuren zachtjes sluiten en gaan wandelen, soms is dat het moeilijkste dat er bestaat.

Dit is de belofte: Als we niet teveel doen waar we ons achteraf teveel voor schamen, vinden we elkaar op een dag wel weer. Steek het achteraf maar op die stomme storm. En wat niet meer rechtop komt, wordt door het mycelium wel terug omgezet in nieuw leven. Ook daar kan je troost in vinden.

(Er zitten zoveel andere teksten in m’n handen, maar toch moest deze eerst.)

- TG