sona pona IX. Het kind en traumatische (on)waarheden.
Je zou denken dat het volgen en proberen analyseren van wat er aan het gebeuren is rond ons enkel tot depressie en lethargie kan leiden. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Niet persé.
Hoe proeft vreugde? Is het niet zo dat de blijheid die een mens kan overvallen meestal nog precies hetzelfde smaakt als toen je kind was? Het ziet er ook nog steeds hetzelfde uit, met dezelfde danspasjes en opgewonden anticipatie. Toch?
Misschien, heel misschien is het omdat er diep in jezelf nog steeds zo’n kind zit. Toegegeven, dit is een moeilijk onderwerp omdat het vrij ver in de wereld van wilde ideeën duikt, wellicht is het zelfs een inzicht waar je niet op rationele manier toe kan komen. Maar, wanneer je vertelt over hoe je er via het - doordacht en eenmalig - inzetten van psychedelica in bent geslaagd om je innerlijke kind te gaan redden vanonder een lasagna-achtige stapel trauma’s, kunnen verrassend veel mensen zich daar toch iets bij voorstellen. Dat je daarvoor de archetypes van “tijdsreizen” en “visioenen” moet gebruiken, nemen de meesten er gelukkig bij.
Maar zulk een ervaring schudt nog iets anders los, wat in mijn geval al flink aan het rammelen was. Wanneer je immers plots ontdekt dat je recht naar je onderbewustzijn kan tunnelen en daar een nog quasi intact kind kan terugvinden en dat herintegreren, jaren therapie besparend, welke onwaarheden zijn er dan nog?
Dit is een algemeen fenomeen dat gebeurt wanneer je wereld plots fundamentele onwaarheden blijkt te bevatten. Het doet echt alles daveren.
Net daarom dat deze pandemie zo ruw aanvoelt voor velen. Het heeft immers allerlei zaken doen wankelen bij talloze mensen. Van relatief kleine aardbevingen zoals de constatatie dat het romantische huwelijk je niet noodzakelijk redt van de eenzaamheid, tot de vaststelling dat beleid dat beweert wetenschappelijk gebaseerd te zijn soms erg irrationeel kan blijken. Hoe je het ook draait of keert, de algehele mondmaskerplicht (ook op straat) en de avondklok waren groteske flaters, net zoals eerdere overreacties. Als dat niet toegegeven wordt, kom je in een psychische toestand terecht waarbij je moet kiezen in welke “waarheid” je nog kan geloven.
Dat is het dramatische van doofpotoperaties: De enorme complottheorieën die er uit vloeien zijn doorgaans veel erger dan de relatief kleine complotten die er werkelijk spelen. Wanneer men de Fortis-affaire uiteindelijk gewoon doodleuk laat verjaren, is het onmogelijk om met een uitgestreken gezicht te beweren dat er geen complotten zitten in de bancaire wereld.
Maar. Er is een enorme maar. Je kan immers in een soort psychotische toestand blijven hangen, waarbij je enkel nog in staat bent om de bevestigingen van je “ontmaskerde onwaarheid” te zien. Wanneer je rond je kijkt, zie je wellicht talloze mensen in zulke toestand. Ja, achter 5G technologie zit wellicht een groteske financiële hebberigheid die doordachtheid in het beleid in de weg zit, maar het is veel te gemakkelijk om vervolgens alle anti-5G beweringen te geloven. Het is niet zo dat eender welke fout van Sciensano automatisch betekent dat ze overal ongelijk over hebben.
Binnen elke onwaarheid zit doorgaans nog een vreemdere onwaarheid.
Dit is geen pleidooi voor gematigdheid. Integendeel. Eigenlijk moet je die psychotische toestand, waarbij je begint te twijfelen aan je meest fundamentele stukje geloof, net wat opzoeken. Hierbij moet je jezelf oefenen in het verdragen van die onzekerheid, in het in twijfel trekken van je twijfel.
Wanneer je voor de eerste keer ontdekt dat de overheid, de pers of andere partijen liegen en manipuleren, kan je al te gemakkelijk beginnen denken dat ze altijd liegen, maar dat is natuurlijk totaal niet waar. Maar, "ze" liegen en bedriegen verrassend vaak. De uitdaging wordt dan om jezelf te trainen in het herkennen, in vraag stellen en bevestigen of ontkrachten van al wat dubieus aanvoelt.
Het kind weet dat al, dat volwassenen liegen. Tenminste, voor ze pakweg 12 jaar zijn, vertellen we ze voortdurend onwaarheden. Sprookjes, grapjes, absurditeiten. Het is niet meer of minder dan het trainen van scepticisme. En dat culmineert in de leugen-der-leugen: Sinterklaas. Als laatste en meest brutale les, leren we hen dat het zelfs mogelijk is om quasi alle volwassenen te laten samenwerken om één grote illusie (leugen) te doen werken. Dat als je een schoen met een wortel zet op de juiste dag van het jaar, er de volgende dag pakjes verschijnen. Of hoe je dankzij onze intrinsieke hebzucht bereid zijn om de grootste onzin te geloven, waaronder paarden die over daken lopen, een man met een mijter die goed zou zijn voor kinderen, een boek met daarin al je transgressies, etc.
Misschien is het belangrijker dan we denken dat kinderen leren dat er (grote) leugens bestaan. Alleen is het zeer vreemd dat we ze vervolgens pakweg 6 tot 10 jaar naar scholen laten gaan waar dit scepticisme er quasi volledig uitgeklopt wordt. Straffer nog, als je naar een katholieke school gaat, krijg je wekelijks zulke sprookjes voorgeschoteld, een proces dat deze keer niet met een “onthulling” eindigt. Nog hilarischer wordt het wanneer je godsdienstleerkracht oprecht de tip meegeeft om dagelijks je geloof in vraag te stellen, om je vervolgens uit de les te gooien omdat je te lastige vragen stelt. (Dank je voor die les, meester Nicasi!)
Hoeveel beter zouden katholieke scholen niet zijn voor de wereld als ze op het einde van de rit gewoon zouden toegeven dat ze je nog eens goed bij de neus hebben genomen en dat je nu hopelijk toch echt wel geleerd hebt om geen mensen met mijters en sprookjes over hemels en hellen te vertrouwen? Dan zou het immers een waardevolle, psychedelische ervaring zijn. Ja, pijnlijk, maar extreem vormend. Je zou je immers ook wel eens kunnen afvragen of het schoolsysteem niet gewoon een trauma-fabriek is voor sommige kinderen.
Experimenteren met zulke (tijdelijke) psychoses is een prima springplank richting radicaal agnosticisme. Het weten van het niet weten.
Het kind stuitert doorheen zulke ervaringen. Het valt, het ontdekt een (zoveelste) leugen, gaat even door die pijn en springt dan weer recht. Zoals het altijd doet. Wat verandert is onze drang om die pijn ten allen koste te vermijden. Maar dat doet ons doen steken in onwaarheden, gewoon omdat we - schijnbaar - de energie niet hebben om ook de onthulling te ontmantelen. Maar je kind heeft die energie wél. Nog altijd. En het zit gewoon op je te wachten, diep in je irrationele gedachten.
Het meest opmerkelijke aan die hele situatie is dat je bij de apotheker wél homeopathie kan kopen, maar geen psychedelica. Dat eenvoudige feit alleen al zegt je dat het systeem waarin je leeft meer waardering heeft voor placebo’s dan voor iets wat je effectief kan doen helpen om (psychisch) te genezen van jaren trauma. Men verkoopt letterlijk liever leugens, vloeibaar of in pilvorm, dan je te helpen ontsnappen aan zelfbedrog.
Wellicht is dit ook waarom er vrijwel nergens zo’n harde maatschappelijke discussie bestaat dan rond het hedendaags onderwijsbeleid. Talloze mensen hebben immers plots ontdekt dat het systeem het blijkbaar ook vaak gewoon niet weet, maar wel macht durft te gebruiken om het eigen gelijk te halen. Omdat er echter kinderen en jongeren in het spervuur zitten, doet dat ons - misschien - denken aan de gelijkaardige pijn die we zelf als kind hebben ervaren. De moeilijke onveiligheid van niet-weten, niet-geloven, niet-vertrouwen.
Het is een les die we vaker aan onze kinderen moeten meegeven, dat het systeem soms gewoon bullshit is, maar dat ze zelf zullen moeten ontdekken wat onzin is en wat binnen zulke vaststelling ook weer niet waar is. Ja, dat heeft heftige gevolgen, maar op langere termijn zou het ons wel eens beter bestand kunnen maken tegen deze (schijnbaar) tegenstrijdige wereld.