sona pona I. De parabel van de tijger en een theorie van verandering.
Parabel van de tijger
Aan de rand van een dorp verschijnt plots een tijger. Het is de eerste keer dat dit gebeurt, de dorpelingen schrikken zich een ongeluk. De tijger loert wel heel hongerig naar de kinderen. Angstig komen de dorpelingen samen in de lokale kerk, het grootste gebouw dat ze hebben.
“Die tijger gaat iemand opeten als we hem niet snel doden!” roept er iemand nog voor iedereen goed en wel is gaan zitten. Meteen klinkt er een pak instemmend gebrom. “Het is onze eigen schuld,” jammert de pastoor, “we hadden meer moeten bidden. Nu is God boos op ons!” Nu klinkt de zaal al een pak minder eensgezind.
“Wacht eens even.” De leerkracht van het dorp staat recht. “Waarom gebeurt dit nu plots? Wat is er veranderd?” Ze probeert de oproepen tot een jachtpartij zo goed mogelijk te negeren.
“Die tijger heeft gewoon honger, natuurlijk! Daar moet je toch niet voor gestudeerd hebben?” roept een man kwaad. “Ja, dat is waar,” zegt de leerkracht, “maar waarom gaat het nu op zoek naar mensen? De tijger is normaal toch vooral bang voor ons?”
“Mjah, we hebben het voorbije jaar wel heel veel zwijnen gevangen en bomen gekapt in het bos. Misschien vindt de tijger niet voldoende eten meer?” oppert er iemand schoorvoetend. “Precies.”
“Ja seg, dan kappen we gewoon dat hele klotebos omver en jagen we de tijger wel naar een ander bos. Lekker veel eten, hout en landbouwgrond voor ons en het probleem is opgelost.” De lokale wijnboer heeft steevast strakke ideeën als het over ondernemen gaat.
“Nu kruipt er ook nog een wurgslang over het bospad!” gilt iemand die wat uit het raam aan het kijken is. Talloze dorpelingen trekken en duwen om ook eens te kunnen kijken naar de gevaarlijke wurgslang.”
De leerkracht schraapt haar keel. “OK. We zouden het bos kunnen kappen en alles doden of wegjagen wat er in zit. Maar wat gaan we volgend jaar doen als al dat eten op is en het hout verbrand?” De dorpsbewoners beginnen te twijfelen. “Wil je nu eigenlijk zeggen dat we bos moeten bijplanten?” vraagt de pottenbakker, die meteen meedenkt. “Dat zou het onderliggende probleem inderdaad herstellen,” opper de leerkracht, “is het niet beter om in harmonie te leven met het bos?”.
“Dat zijn problemen voor later! Wie zou zo'n aanplanting trouwens moeten betalen? Ik niet hoor. En het lost het probleem van de tijger nu toch niet op?” snauwt de wijnboer, “Kijk dan, daar zit hij te loeren! Kijk dan!” De leerkracht probeert wat rust uit te stralen en zegt “Ja, dat is waar. Maar misschien kunnen we dat tijdelijke probleem ook aanpakken met een tijdelijke oplossing. Als ik me niet vergis hebben we veel zwijnen over van de laatste vangst, wat als we er nu eens een paar terug loslaten?” De wijnboer begint langzaam te koken van woede.
De weefster staat recht om de gemoederen wat te bedaren. “OK, er zijn hier duidelijk heel verschillende meningen. Maar hoe gaan we nu beslissen wat we doen? Ik stel een meerderheidsstemming voor! Wie stemt er voor het doden van de tijger?” vraagt ze enthousiast. De leerkracht zucht.
Theorie van verandering
Hoe wordt een maatschappij gevormd? Wat zet een nieuwe cultureel-historische periode eigenlijk in gang? Grote beschavingen werden in de verre geschiedenis voortdurend weggevaagd en vervangen door andere, maar meer recent zien we ook voorbeelden van enorme ideologische verschuivingen. Autocratische regimes worden vervangen door sociaal-democratische, maar soms gebeurt ook het omgekeerde. En, als verandering in alle richtingen zou kunnen, is er dan wel zoiets als de “pijl van de geschiedenis”? Bestaat er een soort collectieve toekomst waar we met z’n allen naartoe gaan, met vallen en opstaan?
Laten we eerst eens wat kleiner kijken, bijvoorbeeld naar de toekomst van het dorp met de tijger. Wat zou volgens jou de beste uitkomst zijn? Moet de tijger worden gedood? Laat het dorp beter enkele zwijnen los? Wat ook je voorkeursscenario is, hoe waarschijnlijk acht je dat het ook daadwerkelijk gebeurd? Wat zou er volgens jou in dit soort dorp gebeuren? Lijkt je scenario erg waarschijnlijk, dan ben je, hop, een optimist. Lijkt het erg onwaarschijnlijk, dan ben je, oeps, een pessimist. Merkwaardig hierbij is wel dat, afhankelijk van het perspectief, een optimist evengoed een pessimist kan genoemd worden, als je gewoon een ander voorkeursscenario kiest. Dit is de reden waarom er geen échte optimisten of pessimisten bestaan. In beide gevallen is het slechts een uiting van hoe waarschijnlijk een bepaalde toekomst geacht wordt. Wat rasechte optimisten en pessimisten identiek maakt, is hun overtuiging over het onvermijdelijke ervan.
Ondertussen staat het verhaal van het dorp met de tijger ook in de krant. In het eerste nieuwsartikel hierover wordt verwezen naar een gelijkaardig verhaal enkele jaren geleden, toen een olifant een kind vertrappeld heeft. Er verschijnt een opiniestuk van de pastoor die om mededogen voor de tijger vraagt. Ook de wijnboer schrijft een vlammend betoog, deze keer voor een kordate jachtpartij, ter bescherming van de kinderen van het dorp, waarbij hij de leerkracht van hopeloze naïviteit beticht. De dag erna duiken er echter, in een andere krant, enkele oude en behoorlijk seksistische tweets van de wijnboer op. Nog enkele dagen later kunnen we in een uitgebreid diepte-interview lezen hoe die dat dan weer te maken hadden met een echtscheiding waarin de wijnboer ooit bijna alles verloren is. De betrokken journalisten maken het vooralsnog niet gemakkelijker om te kiezen wat moet gedaan worden of zelfs te begrijpen wat er al dan niet zal gebeuren.
Voor een geschiedkundige, econoom of filosoof is het doorgaans eenvoudiger werken. Die hoeven slechts een jaar of zo te wachten tot het hele scenario voltrokken is, voor er iets geschreven hoeft te worden. Afhankelijk van wat er in het dorp is gebeurd, ligt er dan altijd wel een geschiedkundig, economisch of filosofisch kader klaar dat erbij past. Misschien wordt het het tragische verhaal van de negatieve invloed van de mens op de biodiversiteit, dat gekaderd wordt in het humanisme? Gaan de mensen in het dorp weer vaker naar de kerk, dan kan dit gelezen worden als een duidelijke golf van de “nieuwe religiositeit”. Of het blijkt het economische verhaal over de tragedie van de meent (“tragedy of the commons”) te zijn geweest. Of is dit verhaal eerder het zoveelste voorbeeld van de succesvolle/hopeloze strijd tegen het patriarchale denken?
Het probleem is uiteraard dat het behoorlijk gemakkelijk is om eender welke uitkomst achteraf te kaderen in talloze historische, economische of filosofische kaders. Het vereist enkel het selecteren van de meest toepasselijke academische theorie, waar dan enkel nog wat gelijkaardige voorbeelden nodig zijn om het beeld compleet te maken. Dan lijkt het inderdaad alsof de gekozen theorie een heel plausibele verklaring is voor wat er gebeurde. Maar, dit is vrijwel zeker een illusie. Dat valt vooral op wanneer een geschiedkundige, econoom of filosoof wordt gevraagd om de situatie in te schatten wanneer de uitkomst nog niet vast ligt. Weinigen wagen zich dan aan concrete voorspellingen, want als het nu anders verloopt? Daarom wordt er doorgaans gesuggereerd dat een bepaald patroon mogelijk is, maar net zo goed het compleet tegenovergestelde.
Helaas blijkt keer op keer dat ideologische, economische, cultuurtheoretische of filosofische denkkaders zelden veel voorspellende waarde met zich meebrengen. Op de één of andere manier glipt de werkelijkheid er telkens weer onderuit, maar retroactief werkt het allemaal prima. Maar hoe kunnen we dat onderscheiden van de aanblik van een hond die iemand in een houtpatroon ontdekt? Hoe weten we dat zulke beelden niet gewoon toevalligheden zijn waarin we, incorrect, patronen herkennen?
De andere uiterste blik op de het verloop der dingen is ook mogelijk, namelijk dat de geschiedenis slechts het gevolg is van een reeks toevalligheden zonder al te veel structuur daarin. Wat er gebeurde is het enige dat kon gebeuren. Daar valt heel wat voor te zeggen en ook geschiedkundigen of economen zullen erkennen alleen al het proberen voorspellen van de toekomst invloed heeft op diezelfde toekomst. Door deze feedback-lus alleen al worden maatschappelijke evoluties, maar ook bijvoorbeeld de prijzen op de beurs inherent chaotisch. De toekomst is gewoon niet kenbaar, punt, en daar valt veel voor te zeggen.
Maar vanuit het standpunt van de dorpsbewoners, samengepakt in die kerk, is dat helemaal niet zo logisch. Want wat dan met actuele problemen die helemaal nog geen uitgemaakte zaak zijn? Betekent het onvoorspelbare van de toekomst dan dat geen enkele actie er écht iets toe doet?
Laat ons eens in de schoenen van zo’n dorpsbewoner gaan staan. Kan je handelingen of uitspraken bedenken die een belangrijke invloed op de uitkomst zouden kunnen hebben? Misschien is er wel iemand uit het dorp ernaast die veel weet over tijgers en een alternatieve aanpak kan bedenken? Is het tijd om een milieueffectenrapportage te schrijven over de ontbossing? Wat als er wetgeving of richtlijnen bestaan voor dit soort situaties, waar de dorpsbewoners niet bewust van zijn?
Maar er ligt nog een diepere gedachte verscholen in de parabel. Wat als je bepaalde omstandigheden van het verhaal zou kunnen veranderen, zonder daarbij iemand te moeten overtuigen? Wat als er bijvoorbeeld een schuldloze economie met een basisinkomen bestond in het dorp? Wat als er een ander stemsysteem zou gebruikt worden dan een meerderheidsstemming? Zou dit de uitkomst gevoelig kunnen veranderen? Wat als bijna het hele dorp vloeiend was in kansberekeningen en wist wat hyperbolische discounting was?
Een aanpassing van de systemen waar de dorpsbewoners zich - vaak onbewust - in vertoeven heeft een fundamentele impact op de uitkomst van het verhaal. Het is gemakkelijk in te beelden hoeveel meer impact een basisinkomen zou kunnen hebben op het lot van de tijger, dan de dorpsbewoners een wetenschappelijk rapport voor te schotelen. Dit idee, de analyse van de impact van de onderliggende omstandigheden, heet “systeemdenken”. Let op, het gaat hier niet over de mogelijke voorspellende waarde van systeemdenken (die wellicht niet eens zoveel beter is), maar expliciet over het beïnvloeden van waarschijnlijkheden door het aanpassen van de onderliggende systemen.
Vele mogelijke systeemveranderingen komen natuurlijk te laat voor de parabel. Misschien kan de manier waarop er gepraat en vooral gestemd wordt nog aangepast worden, maar veel verder kom je wellicht niet. Voor toekomstige voorvallen kunnen we wel trachten beter voorbereid te zijn, of liever gezegd systemen klaar hebben staan die een meer wenselijke uitkomst mogelijk maken.
Dit is de “sona pona” theorie van (systeem)verandering: Wat als de geschiedenis eerder gevormd wordt door de interactie van verschillende systemen, waar we als mens al dan niet bewust in vastzitten? Wat als we zouden trachten om nieuwe systemen te maken, specifiek met het doel op die manier zelf de geschiedenis mee vorm te geven? Wat als we het dorp klaar zouden maken voor het eerstvolgende “tijger incident”, waarbij we niet eens persé hoeven te weten wat het precies zal zijn en wanneer het komt?
Nee, het gaat hier niet over het éne grote antwoord op alles. Integendeel, om onze wereld beter te begrijpen en betere systemen te maken is er veel hard werk nodig. Wanneer je enkel een hamer hebt, ziet alles er uit als een nagel. Er is een grote gereedschapskist nodig om de enorme diversiteit aan problemen op deze planeet aan te kunnen.
En ja, wellicht zijn we te streng geweest voor de geschiedkundigen, economen en filosofen van dienst. Uiteraard beschrijven ook zij regelmatig de systemen die onder onze maatschappij zitten verscholen. Maar soms is het geen systeem dat ze herkennen. Soms is het gewoon een toevallig patroon in hout dat er uit ziet als een hond.
Wat de zaak zeker niet gemakkelijker maakt, zijn de tijgers en wurgslangen die om de haverklap opduiken, zeker als je dorp al wat in de problemen zit. Er loopt altijd wel ergens een pastoor, een wijnboer en een weefster rond, maar ook de leerkracht had vroeger kunnen ingrijpen door bijvoorbeeld de impact van al die jachtpartijen en boomkap sneller en beter duidelijk te maken. In het midden van een storm is het best moeilijk nieuwe plannen te maken. Toch moeten we ook dat leren. Soms betekent dat gewoon het rustigste plekje opzoeken dat je nog kan vinden en op systematische manier naar oplossingen zoeken. Ook dat is sona pona.